Reisbeschrijving Australie Mar/Apr 2010

Week 1

Na een goede vlucht en snelle douane afhandeling, we kregen een compliment van de beambte omdat we de banden van de fietsen en onze loopschoenen netjes hadden schoongemaakt, staan we buiten in de regen. Snel een taxi in, een extra grote waar ook de fietsen in mee konden. Hij brengt ons naar het hotel waar we onze spullen neerzetten en meteen de stad ingaan. We herkennen veel van 7 jaar geleden ook al regent het nu. We lopen naar het harbourfront maar vanwege de regen moeten we schuilen en we gaan maar vroeg eten. Althans het lijkt vroeg, er is 2 uur tijdverschil met Nieuw-Zeeland en dat merken we wel. Na het eten gaan we terug naar het hotel en vroeg slapen. De volgende ochtend hebben we onze Spaceship (Shatner) opgehaald. Ook een knal oranje auto maar anders dan de Rookie. Dit is een Toyota Estima, een automaat en de inrichting precies contra dan wij gewend zijn. Het incheceken neemt bijna een uur in beslag maar dan gaan we op pad. We rijden vlotjes de stad uit en nemen de highway richting Canberra. Het is rustig op de weg en het rijdt lekker door, we rijden tot vlak bij Canberra. Daar hebben we een camping gevonden vanwaar we de volgende dag met de fiets naar Canberra zullen bezoeken. Het is droog en lekker zonnig, veel beter dan gisteren. Na het ontbijt zijn eerst een tijdje zoet met internet om wat zaken te regelen en gaan pas tegen de middag op weg. We fietsen de 14km naar de stad gewoon op de vluchtstrook, dat mag hier gewoon. Er staan voor de automobilisten waarschuwingsborden voor overstekende fietsers bij op en afritten. Het is maar een klein stukje en eenmaal in het centrum beginnen we aan een rondrit om de stad heen over een lekker fietspad langs een meer. Er word hier veel gefietst. We komen langs Parlement Hill waar het Australisch Parlement zetelt, een imposant gebouw. Terug in de stad zitten we heelijk op een terras voor we nog naar het War Rememberance Monument gaan. Ook al zo'n groot gebouw. Hierna fietsen we terug naar de camping en nemen een lekkere douche voor we gaan koken. Donderdag rijden we zuidelijk richting Melbourne we stoppen in Jindabeyne. Dat ligt vlak bij een groot Nationaal park Kosciuszko genaamd. We checken eerst in op een camping voor we naar dit park gaan om een wandeling te maken. We rijden eerst helmaal de Charlotte's pas op en genieten van het uitzicht. De natuur is hier heel anders dan in Nieuw-Zeeland. De wandeling die we maken is niet zo lang, 5km maar niet zo duidelijk uitgepijld. We besluiten na een half uur via dezelfde route terug te gaan. Op de camping is het weer tijd voor de was, elke keer weer een heel ritueel met muntjes enz. maar na een uurtje is alles weer schoon en droog. De volgende dag rijden we zo'n 500km verder zuidelijk om in Waragul te overnachten. Een lange rit maar wel een mooie route. We zijn dan nog ongeveer 100km van Melbourne verwijderd daar willen we de volgende dag heen. Het blijkt een lang weekend te zijn, maandag is iedereen vrij. Dat verklaarde de drukte op de weg in tegengestelde richting, veel caravans, motorhomes en boottrailers. Zaterdagmorgen rijden we naar Melbourne waar we op dezelfde camping gaan staan waar 7 jaar geleden ook stonden. We herkennen het nog. Met de tram gaan we de stad in, het is warm en zonnig. Als we in de stad zijn besluiten we op Federation Square te lunchen. Dat ligt midden in de stad. Het meisje raadt ons aan om binnen te gaan zitten of onder het afdak. Volgens haar gaat het regenen. Nog geen 10 minuten later breekt er een noodweer los. Het hagelt pingpongballen en het stormt verschrikkelijk. Alles vliegt door de lucht, we kunnen ternauwernood naar binnen en niet zonder een nat pak. Vanachter het raam zien we het noodweer voorbij trekken, een bruidspaar vlucht weer terug de kerk in, mensen zoeken dekking voor de hagel. En na dit noodweer is het een ravage in de stad. Overal takken en bladeren. Ondergelopen straten en winkels en alarmen die blijven loeien. En de regen wil maar niet stoppen. We zoeken een winkelcentrum en lopen daar rond voordat we met de aankopen naar Fifteen lopen. Dat is een restaurant van Jamie Oliver, er is er ook een in Amsterdam. We eten daar een heerlijk diner. Met de tram weer terug naar de camping, het regent nog steeds. En ook de volgende ochtend, we hebben deze dag een guided biketour geboekt. We twijfelen om dat door te laten gaan. We besluiten toch die kant op te gaan en te kijken of het weer zo blijft. Eenmaal in de stad word het droog en gaat de zon schijnen. We hebben een private tour blijkt, de gids is een studente die ons door de stad leidt en ons dingen laat zien en ons leuke en interessante dingen vertelt. Tussen de tour door kletsen we over van alles en nog wat, het is een hele leuke tocht en we zijn op plekken geweest die we zelf nooit gevonden zouden hebben. We nemen afscheid in de middag en gaan allebei naar de kapper. Alle winkels zijn hier gewoon open op zondag en dus ook de kapper, allebei weer keurig in model zijn we een uurtje later. We eten nog een snelle maaltijd bij een Indonees voordat we richting de haven gaan om de ferry naar Tasmanie te gaan. Daar zullen we een week blijven.

Week 2

De overtocht met de ferry duurt 9 uur, op de heenreis konden we alleen nog een Ocean recliner boeken. Dat is een uit de kluiten gewassen vliegtuigstoel die in semi-slaapstand kan. Niet lekker uitgeslapen komen we in de haven van Devonport aan, het is half 7 in de ochtend. We gaan meteen rijden om naar de westkust van het eiland te gaan, we nemen een aanbevolen route uit onze reisgids. Dat is een scenic route, helaas voor ons gaat het al snel regenen en dat zal het blijven doen tot we op de camping zijn in Coles Bay. We besluiten hier een cabin te nemen voor 2 nachten, de enige cabin die nog beschikbaar is blijkt een oude uitgebouwde caravan te zijn compleet met veranda. De volgende dag hebben we een wandeling gepland in het Freycinet National park. het is een prachtige tocht door de Wineglass Bay en het is heerlijk weer. 's Avonds bakken we pannenkoeken in de caravan, de plaatselijke winkel had maar een beperkt assortiment. Woensdag rijden we naar Port Arthur, een oud gevangeniscomplex verder naar het zuiden waar Engelse gevangenen in de 19de eeuw naartoe werden gebracht om hun straf uit te zitten. Het is een soort schiereiland met maar een nauwe doorgang naar de rest van het eiland. Er valt veel te zien, allereerst een wandelingetje met een gids. Deze jongen sprak zeer monotoon en dat werkte op mijn lachspieren. maar we weten nu wel dat het gevangenisleven zeer barbaars was ondanks de idylische plek van het complex. We blijven hier nog een dagje langer omdat we nog een wandeltocht gaan maken naar Cape Raul en de Tunnelbay. Deze wandeling voert door dicht struikgewas naar hele mooie uitzichten aan de kust. Vrijdag rijden we naar Hobart, de hoofdstad van Tasmanie. We maken een rondwandeling door het centrum en de wijk Battery Point. Dat is het oudste gedeelte van de stad met hele oude huizen en kleine straatjes. We vinden er een leuk klein restaurantje, Waterloo genaamd, waar we heerlijk eten. Van Hobart rijden we naar Queenstown in het westen. Dat doen we via een route waarlangs diverse korte wandelroutes liggen naar uitzichtpunten en watervallen. Dat doen meer mensen want we zien steeds dezelfde mensen en/of auto's. Dan volgt alweer de laatste dag op het eiland, we rijden terug naar Devonport via het Cradle Mountain National Park. Daar lopen het Dove Lake circuit, een rondje om het meer, het pad is bijzonder mooi aangelegd. Na de wandeling rijden via een hele rustige maar ook hele mooie route naar de ferry. Op de terugreis hebben we wel een hut kunnen boeken en na het eten gaan we lekker slapen. Een stuk beter uitgerust komen we weer aan in Melbourne.

Week 3

De derde week van onze reis door Australie begint in de haven van Melbourne. In de maandagmorgenspits rijden we de stad uit. Via Geelong waar we ontbijten en boodschappen doen rijden we naar de Great Ocean Road. Dat was een van de hoogtepunten van ons vorig bezoek aan Australie. We komen door bekende plaatsen en herkennen diverse dingen van onze fietsreis toen. We stoppen in Princetown, vlakbij de bekende 12 Apostels. Hiervandaan gaan we de volgende dag fietsen. We maken een mooi rondje van ruim 100km, eerst het binnenland in en dan de laatste 50km weer lang die mooie kustweg. We stoppen bijna bij elk uitzichtspunt en het blijft mooi. Het is dan ook prachtig weer. De 12 Apostels zien we nu in de namiddagzon, in 2003 waren we er vroeg in de ochtend en was het zwaar bewolkt. Moe maar voldaan komen we terug op de camping en eten we van de Take Away: Fish and Chips. De volgende dag rijden we verder langs de kust naar de grens met South Australie. Op de grens staat een container waar we alle fruit en groente in moeten doen. Dat mag niet van de ene naar de andere staat meegenomen worden. Wij eten onze bananen uit Victoria gewoon op bij de lunch. Het landschap veranderd steeds meer, het wordt vlakker en droger. Aan de zuidkust in het plaatsje Robe overnachten we. We hebben een leuk gesprek met een Australische die nieuwsgierig is naar onze auto. Ze snapt niet dat we daar in slapen en ook nog 2 tassen en 2 fiesten meehebben. Zij reist met een hele grote caravan compleet met douche en toilet. Als ze hoort dat we al zoveel gefietst hebben is ze nog verbaasder. Tot ze hoort dat we uit nederland komen, daar is ze geweest en heeft met eigen ogen kunnen zien dat idereen daar fietst. Ze was vooral verbaasd over de vele fietsenstallingen. Vanuit Robe rijden we naar Adelaide, in een buitenwijk ligt een mooi caravanpark. 's Middags willen we de stad in, dat doen we met de trein. Wat we echter niet weten is dat er een tijdsverschil is van een half uur met Victoria. We lopen dus al een dag met de verkeerde tijd rond. Dit is des te vervelender als je op het station staat en denkt dat de trein niet komt omdat je al meer dan een half uur zit te wachten. Onderweg naar een ander station (45min lopen in 32gr!) zien we een klok die dus een half uur vroeger aangeeft dan mijn horloge. Enfin we komen in de stad en lopen er wat rond. Het is niet zo'n leuke stad en we besluiten om op tijd terug te gaan en op de camping te eten. Vrijdag is een rustdag, we gaan naar een groot winkelcentrum en winkelen wat en doen weer boodschappen. We moeten wennen aan deze warmte van boven de 30gr. en dan te bedenken dat het nog warmer gaat worden de komende dagen. We willen in 3 dagen naar het centrum rijden en dan bij Uluru (Ayers Rock) 2 dagen blijven. Zaterdagmorgen beginnen we aan de route naar het noorden. De eerste 350km rijden we nog door bewoond gebied maar daarna rijden we de woestijn in. Lege wegen, vlak maar niet saai. Omdat het zo rustig op de weg is en je hier 110km op de 2baansweg mag rijdt het lekker door. We zien voor het eerst de roadtrains, dat zijn enorme vrachtwagens met nog 2 opleggers erachteraan. Om ze in te halen moet je een lengte van meer dan 50m overbruggen. Het landschap is nog steeds niet saai, alle reisgidsen waarschuwen voor de eentonige weg maar dat vinden wij helemaal niet. Bij een picnickplaats stoppen we voor de lunch, we zitten nog niet of we worden belaagd door een heleboel vliegen. We eten heel snel en vluchten de auto weerin Omdat het zo lekker rijdt besluiten we om verder te rijden dan ons oorspronkelijke plan. In Coober Pedy stoppen we, het is een mijnstadje dat veel huizen onder de grond heeft. Dat hebben ze gedaan vanwege de enorme hitte in de zomer. Op de camping zien we veel mensen met netjes om het hoofd lopen en toen pas viel het kwartje: we zijn in de Outback en daar hebben altijd last van vliegen! Koken in de openlucht is geen pretje en ondanks de warmte eet ik in de auto. Morgen kopen we ook zo'n netje besluiten we. Na zonsondergang zijn de vliegen ineens weg maar dan komen de muggen, we gaan vroeg slapen. Zondag rijden we naar Uluru, we komen rond half 4 aan in het resort. In het visitorscentrum laten we ons informeren over de mogelijkheden voor overnachten en wandelingen met gids. We boeken een Sunrisetour en een sunsetdiner in de openlucht voor maandag. Om 5 uur gaar de wekker en om kwart voor 6 staat de minibus klaar om naar Uluru te gaan. Dave onze gids zal ons veel vertellen over de Rots, de betekenis ervan voor de Aboriginals en ook over de Flora en Fauna. We ontbijten in de ochtendzon en zijn allebei blij met onze hoofddeksels met vliegennetje. Volgens Dave is het juist rustig met de vliegen omdat er wind staat maar wij lopen liever voor gek dan de hele tijd te wapperen. 's Middags doen we niet veel meer, het is veel te warm. Om 6 uur worden we opgehaald voor het diner, met een hele bus vol worden we naar een plek buiten het resort gebracht. Op een plateau krijgen we champagne met hapjes en zien we een hele mooie sunset met uitzicht op Uluru en Kata Tjuta (een andere rotsformatie). Daarna dalen we af naar de plek waar we dineren. We komen aan een tafel met 22n stel uit Hong Kong 9die slurpen en boeren aan tafel!) en een hele familie uit Dusseldorf. Een schoondochter is Australische en zij laat haar schoonfamilie haar geboorteland zien. Het is een bijzondere ervaring om op zo'n plek te dineren. Er is een didgeridoospeler en een dame die ons verteld over de sterrenhemel. Dat doet ze pas nadat alle verlichting uitgedaan is en iedereen een moment stil is geweest. Het heet niet voor niets: Silence of the night. Een hele geslaagde avond was het.

Week 4

En dan is het alweer dinsdag in de vierde week van onze reis door Australie. We verlaten het resort bij Uluru om naar de Valley of the Winds te gaan. Ook dit is een heilige plaats van de Aboriginals die Het Kaja Utju noemen. Het is een rotsformatie die onder de grond verbonden is met Uluru. De wandeling heet zo omdat je tussen de rotsen loopt en de wind daar vrij spel heeft. Wij zijn er al vroeg, voor negenen want het wordt weer een hele warme dag. Bij het begin van de track word ook aangegeven dat deze om 11uur zal worden afgesloten vanwege de warmte. Wij zijn dan alweer terug bij de parkeerplaats na een mooi wandeling met her en der wat geklim en geklauter. Ook dit gebied is weer erg groen wat normaal dus niet zo hoort te zijn. Na de wandeling rijden we naar de Kings Canyon ruim 300km van Uluru vandaan. Ook hier is alleen een resort met camping, hotel en pompstation. Ook deze camping is vergeven van de vliegen zodat we onze netjes weer nodig hebben. Ook lopen er wilde honden (Dingo's) rond, alle etenswaren goed afgeloten in de auto bewaren! We eten die avond in een soort BBQ restaurant, je besteld aan de counter en je steak word voor je neus gebakken en niet zo'n kleintje ook. We zitten aan tafel met een Fransman die alleen 2 maanden aan het reizen is. Hij spreekt nauwelijks Engels en is blij eventjes frans te kunnen praten. s'Nachts horen we de Dingo's huilen als wolven. De volgende morgen gaan we naar de canyon om daar ook een track te lopen. Ook dit is een rotsformatie maar wel heel anders vdan die van gisteren. In het begin moeten we flink omhoog via een in de rotsen uitgehouwen trap, dan lopen we over een plateau met mooie uitzichten. Het is weer erg warm en gelukkig zijn we vroeg vertrokken. Na de wandeling gaan we weer de woestijn in om verder naar het noorden te rijden tot Alice Springs. We komen in de middag bij de camping aan en besluiten voor 2 nachten een cabin te nemen. Geen stof meer en ook bijna geen vliegen. De camping heeft een leker zwembad en daar duiken we nog eventjes in voor het eten. Donderdag doen we een dagje rustig aan, we lopen een beetje rond in de stad. In deze stad zien we voor het eerst veel Aboriginals, ze hangen maar wat rond in groepjes. We vragen ons af of de kinderen niet naar school moeten en de volwassenen niet moeten werken. Contact maken met ze is er niet bij, het is net of ze langs je heen kijken. 's Middags hangen we bij het zwembad, veel te warm om iets te doen. We zwemmen en lezen wat, na een paar uur zijn we allebei flink verbrand. Vergeten te smeren en zelfs in de schaduw moet dat. Daarna volgen weer een paar lange dagen on naar de kust bij Cairns te komen, ruim 2500km. We willen dat in 3 en een halve dag rijden. We doen er een dagje minder over, op deze wegen mogen we 130km per uur en er is nauwelijks verkeer. Af en toe een dorpje of soms alleen een benzinepomp met een paar huizen. Bij een zo'n pomp raakt Jules even aan de praat met de eigenaar, deze laat voltrots al zijn vervorven souvenirs van Nederlandse toeristen zien: oude guldens, wat euro's, een fles Sonnema, visitekaartjes, een spel kaarten, sleutelhangers, etc. Wij geven hem ons gele houten tulpje, hij is er blij mee. De eerste nacht slapen we op een veldje achter een Roadhouse, de tweede nacht weer op een normale camping. We gaan de grens met Queensland over en moeten de klokjes weer een half uur terug zetten. Na Adelaide hebben we opgezocht hoe de tijdszones hier lopen om niet nog eens met de verkeerde tijd rond te lopen. Na nog een dag rijden komen we aan de kust en rijden we naar Cairns. Het landschap veranderd van woestijn in regenwoud. Het is hier nog veel groener dan in de woestijn en hoe kan het anders: het regent! We willen hier een paar excursies doen en zullen 4 nachten blijven. Op de camping nemen we weer een cabin zodat we met deze regen wat meer comfort hebben. We gaan naar het Visitorscentrum en boeken een boottocht naar het Great Barrier reef en een Sky Train om over het regenwoud te gaan.

Week 5

Maandagmorgen moeten we al om 8uur bij de boot zijn, een hele grote catamaran. Om 9 uur zijn we op Green Island, het enige eiland hier met tropisch regenwoud. We maken hier een wandelingetje en zitten wat in het zonnetje totdat het gaat regenen. Gelukkig gaan we weer de boot opom naar het reef te gaan. Bij het reef ligt een groot ponton waar op gaan om te lunchen. verder kan iedereen dan doen wat ie wil: duiken, snorkelen, zwemmen, zonnen. Er is ook een soort onderzeeboot die een klein tochtje maakt en dan kun je onder water het rif en de vissen zien. Jules gaat snorkelen en ik maak wat foto's van zijn gespartel. In de loop van de middag gaan we weer terug naar Cairns. Dinsdag gaan we met de Sky train (een kabelbaan) omhoog naar Kuranda, een dorpje op een heuvel. Onderweg zijn er 2 stops, 1 keer om met een ranger een wandelingetje te maken. Hij vertelt boeiend over alles wat we zien en horen. Bij de 2de stop is er een hele gtote waterval die met veel lawaai van de berg naar benden dondert. Boven in het dorp drinkt Jules een flinke bak koffie gemaakt door een local met koffie die daar ook groeit. Op mijn vraag of hij ook thee heeft schudt hij verbijsterd zijn hoofd: ik verkoop KOFFIE. Hij geeft mij er ook een om te proeven want volgens hem heb ik nog nooit echte koffie geproefd. Ik vind het niet te drinken. In dit dorp dat echt van het toerisme leeft is ook een klein dierenpark met o.a. Koala's. Aangezien je die bijna niet in het wild kunt zien omdat ze 20uur per dag slapen gaan we daar heen. Van dichtbij zien we er een paar slapen in de bomen. We kunnen ook met eentje op de foto maar dat doen we maar niet. Weer terug beneden bezoeken we Tjapukai, dat is een park met diverse activiteiten rondom de Aboriginal cultuus. We zien een optreden van dansers, een dame laat ons Bushfood zien. verder een demostratie van speerwerpen en boemerang gooien. Nornaal laten ze dit in het veld zien maar doordat het de afgelopen weken heel veel geregend heeft lukt dat niet. In een zaal zien we een documentaire over de Aboriginals uit de streek rond Cairns, dat is heel interessant en indrukwekkend. Wat een rijke cultuur met zoveel historie en leed. Als laatste verteld een Aboriginal over de kunstwerken en gebruiksvoorwerpen die er in de hal te zien zijn. Dat doet hij erg boeiend. Na dit bezoek weten we veel meer over deze cultuur. De laatste dag van ons verblijf in cairns willen we fietsen langs de kust maar helaas het regent alweer. Tja we zitten middenin het regenwoud en aan het eind van het Wet Season. We nemen dan maar de auto en rijden de fietsroute naar Port Douglas zo'n 70 ten noorden van Cairns. We lopen er wat rond waarna we via het achterland een andere route terug naar Cairns nemen. Dat blijkt een hele mooie route te zijn, via een flinke klim komen op het Asherton Tableland. Een vlakte met veel boerderijen. In Mareeba, een saai dorp eten we wat en gaan dan buiten het dorp naar The Coffee Works. Dat is een koffiebranderij met cafe/restaurant en museum met proeverij. We proeven de koffie, thee en chocola en bekijken de collectie met koffiemolens, machines en andere voorwerpen die met koffie en thee te maken hebben. Ook zijn er panelen waarop de geschiedenis van de koffie beschreven en uitgebeeld wordt. Natuurlijk worden wij Nederlanders genoemd die als eerste de koffie over de wereld brachten maar ozo dom hun macht weer verkwanselden. Maar goed wij hebben een leuke middag en kopen ook wat lokale koffie en chocolaatjes. Dan vertrekken we alweer uit Cairns om langs de kust af te zakken naar Brisbane, dat is zo'n 1700km. De eerste dag rijden we naar Ayr via dezelfde weg die we vorige week reden toen we uit de Outback kwamen. het weer wordt langzamerhand beter, het klaart op en de zon gaat schijnen. Op de camping staat er 's avonds naast ons nog een Spaceship. het blijken ook nederlanders te zijn die 2 maanden aan het reizen zijn. Zij durfden het niet aan om ook middendoor te gaan en zijn alleen aan de oostkust gebleven. Ze hebben heel wat gemist!!! Goede Vrijdag rijden we het tweede stuk, het is hier een Public Holiday dus iedereen vrij en winkels dicht. Daar hebben met de boodschappen gelukkig rekening gehouden. We stoppen in Rockhampton, Beef capital van Australie en willen in de stad uit eten maar de stad blijkt uitgestorven. Dan maar op de camping eten in de Bistro, niks culinairs maar wel lekker. Zaterdag rijden we het laatste stuk naar Brisbane. Jules is wel een beetje klaar met die dagen in de auto, ik nog niet. Het landschap veranderd steeds weer en de wegen zijn rustig en goed. Af en toe even stoppen om te tanken of te eten en dan weer door. Ze waarschuwen in heel Australie heel veel om op tijd te stoppen en te rusten. Hier in Queensland hebben ze ook wat ze noemen Driver Reviver. dat zijn koffietentjes waar vrijwilligers gratis koffie en thee schenken aan automobilisten. Op sommige plaatsen zijn ze 24uur per dag open. Er word veel gebruik van gemaakt. Aan het eind van de middag zijn we op de camping ten zuiden van Brisbane. We blijven hier de rest van het Paasweekend. Op een van de laaste borden langs de snelweg zien we staan: Sydney 932km. We zijn er bijna! Al ruim 11.000km hebben we de afgelopen weken afgelegd, niet te geloven. Paaszondag gaan we fietsen in de omgeving van Brisbane, het is maar 50km maar met veel pittige klimmetjes. Zelfs een stukje onverhard de Goat Track genaamd, erg mooie route en dit stukje is qua verkeer heel rustig. De rest van de route is een Tourist Drive en dat merken we aan het verkeer: druk en heel veel motorijders. Bovenop de enige lange klim drinken we wat bij een Tearoom. Het etablisement is te koop en kan wel een opknapbeurtje gebruiken maar de drankjes zijn lekker koud. Het is weer prachtig weer en het is lekker weer eventjes op de fiets te zitten. We besluiten om morgen ook op de fiets naar de stad te gaan om deze te bezoeken.

Week 6

Zo stapppen we 2de paasdag op weer op de fiets om naar de stad te fietsen. Er ligt een mooi fietspad naast de snelweg zodat we deze keer niet over de vluchtstrook hoeven. De route voert door de buitenwijken van Brisbane en velen gebruiken deze vrije dag om er lekker op de fiets op uit te gaan. We komen aan op de Southbank, dat is een groene strook aan de rivier die de stad in tweeen verdeelt met veel terrasjes en zelfs een openlucht zwembad dat gratis is. Het is er al heel druk zo 's morgens maar het is dan ook lekker weer. Wij drinken eerst koffie en lopen dan de stad en de Botanische tuinen door. Het is een nette open en schone stad wel druk want ondanks de public holiday zijn alle winkel gewoon open. Na de lunch doen we een paar boodschappen en fietsen dan op het gemakje weer terug naar de camping. De rest van de middag zitten we bij het zwembad en nemen af en toe een duik in het water. Al met al een lekker relaxed paasweekend na al die autokilometers. Dinsdagmorgen gaan we naar een Koalareserve, een nationaal park vlak bij Brisbane waar veel Koalo's zitten. Er is ook een opvangcentrum voor zieke of gewonde dieren. We maken een wandeling door het bos maar zien niet een koala helaas. Na de wandeling rijden we een kleine 100km naar Tweeds Head, dat ligt precies op de grens met New South Wales. De camping is vol en druk met gezinnen dat komt door de paasvakantie. We staan maar 1 nachtje gelukkig. Woensdag rijden we naar Mount Warning, dat ligt in het regenwoud en deze berg kan via een track beklommen worden. Het is ruim 8km heen en terug en de track is hier en daar aardig steil met heel veel traptreden. Wel weer een prachtige omgeving, vanwege de paasvakantie zijn we ook hier weer niet alleen. Het allerlaatste stukje gaat zo steil omhoog langs een ketting dat het word afgeraden om naar de top te gaan. Ik vind het ook genoeg, Jules gaat wel verder. Volgens de boeken moet het uitzicht bovenop geweldig zijn. Helaas voor Jules is het bovenop mistig en bewolkt en ziet hij er niets van. Na de afdaling stappen we weer in de auto om nog een stuk zuidelijker langs de kust te rijden. We stoppen in Yama, het is tegen zessen als we op de camping aankomen. De receptie is al dicht maar via de intercom krijgen we toestemming om een plekje uit te zoeken voor de nacht. Het is nog lekker weer maar helaas komen met de schemering alle steekbeesten weer te voor schijn. In recordtempo maken we de auto klaar voor de nacht. Zo'n tich muggenbeten later kunnen we gaan koken, het vlees gaat op de bbq. Bij de bbq praten we wat met locals die uit Brisbane komen. Ze zijn nog nooit buiten Australie geweest, we hebben hier alles dus waarom ergens anders heen? Tja, dat klopt maar wij vinden het toch wel erg leuk om zo af en toe een ander land te bezoeken. Donderdag doen we eerst op het gemak boodschappen in een groot winkelcentrum om daarna naar Karua te rijden. Daar blijven we 2 nachten omdat we vrijdag in Hunter Valley te fietsen. Dat is een groot wijngebied hier met vele wijnhuizen o.a. Lindemans. We zijn hier 7 jaar geleden ook geweest en herkennen tijdens het fietsen veel. Bij Lindemans proeven we 2 nieuwe wijnen uit het Earley Harvest assortiment. Het zijn lekkere lichte wijnen met minder alcohol (en calorieen)en we nemen een fles rose mee. En dan is het zaterdag en komt Sydney alsmaar dichterbij. We gaan er niet meteen heen, eerst nog langs Sydney naar de Blue Mountains. We komen buiten Sydney in een lange file terecht. We horen op de radio dat er een ongeluk is gebeurt met een vrachtwagen en 4 fietsers. Dat is schrikken en nog meer als we langs de onheilsplek rijden, daar liggen 4 verfrommelde fietsen. Zondag lezen we in de krant dat de chauffeur waarschijnlijk in slaap is gevallen en op de vluchtstrook terecht kwam waar net die 4 fietsten. Een dode en 3 zwaargewonden. Ik ben blij dat in Nederland het verboden is om op de snelweg te fietsen. In Katoomba bekijken we met velen anderen de 3 Sisters, een uitzichtspunt over de Blue Mountains met 3 rotspunten. In het plaatsje zelf lopen we wat rond en doen we boodschappen voor ons laatste maal op een camping. Zondagmorgen rijden we naar de Wenthfort Falls om daar nog een track te lopen. Volgens velen een van de mooiste wandelingen uit dit gebied. En dat klopt, eerst een stuk over een plateau om vervolgens af te dalen in de kloof en langs allerlei grotere en kleinere watervallen via de andere kant weer omhoog te gaan. We zijn er gelukkig op tijd en het is er heerlijk rustig. Terug bij de auto staat de parkeerplaats overvol en komen er busladingen vol met toeristen aan. Wij gaan dan opweg naar Sydney, een uurtje rijden. Het hotel is vrij snel gevonden en de auto gaat in een grote parkeergarage voordat we deze dinsdag gaan inleveren. Na de incheck lopen we de stad in, in de Rocks, het oudste gedeelte van de stad, eten we lekker buiten op een terras. Voor maandag hebben we een fietsexcursie geboekt, om half elf gaan we met een gids en 4 Amerikanen op pad. De gids laat ons vele leuke en interressante plekjes zien. Veel plekken waar wij nog niet geweest waren. We fietsen over de Harbourbridge en zien het Olympisch zwembad waar Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruin zoveel succes hadden. In een van de oudste pubs van de stad drinken we wat. Veel te snel is de tour voorbij. Terug bij het hotel gaan we de fietsen inpekken voor de terugreis. Daar zijn we wel even mee bezig. 's Avonds hebben we afgesproken met een collega van Jules die net vorige maand hier naartoe verhuisd is voor 3 jaar. Samen met zijn vrouw eten we in een Frans restaurant. En dan breekt onze laatste dag van de vakantie aan, we shoppen nog wat en zitten lekker in de zon op een terras met nog 2 collega's van Jules. Met hen heeft Jules veel contact in Nederland en nu zien ze elkaar voor eerst. Wij nemen daarna de monorail die op hoogte een rondje door de binnenstad maakt voordat we een restaurant zoeken om te eten. Daarna naar het hotel om de tassen goed te pakken voor de terugreis. Woensdagmorgen eten we Brekky (zoals de Australiers het noemen) in een klein koffietentje om de hoek van het hotel. Via Auckland waar we woensdagavond slapen vliegen we naar huis. Nog een tussenstop in Singapore en dan na 3 maanden weer thuis. We kunnen terugkijken op een fantastische tijd hier, zoveel gezien en gedaan. Ongeveer 13.000km gereden waarvan bijna 12.000km in Australie, Ruim 2500km gefietst (waarvan 2050km in NZ) en ook nog zo'n 80km aan wandeltracks gelopen. Helemaal los van het dagelijks leven en het zal wel eventjes lastig worden om dat weer op te pakken. Deze laaste regels schrijf ik vanuit Singapore waar we vanwege het gesloten luchtruim vast zitten en nog niet weten wanneer we naar Amsterdam kunnen. De afgelopen nacht hebben we op de grond doorgebracht in een uitgedeelde slaapzak samen met nog honderden andere gestrande reizigers. En nu wachten we af wat er gaat gebeuren. Niet zo'n leuke afsluiting van zo'n geweldige reis jammer genoeg.